Officiële lancering op het podium

Renske Bouwknegt, projectleider pilot ontwerpende aanpak, en Martijn Paulen, directeur Dutch Design Foundation, markeerden deze mijlpaal door symbolisch twee kanten van een kartonnen brug tot één te slaan. Daarmee droeg het ministerie van OCW op 23 oktober de uitvoering van het programma formeel over aan Dutch Design Foundation. De organisatie die met onder meer de programma’s World Design Embassies, What if Labs en het jaarlijkse podium Dutch Design Week partijen bij elkaar brengt om met een ontwerpende aanpak oplossingen te ontwikkelen voor maatschappelijke vraagstukken. 

 

Denkkracht en creativiteit 

“We hebben alle denkkracht en creativiteit van ambtenaren, ontwerpers en onderzoekers nodig”, laat Gunay Uslu, staatssecretaris van Cultuur en Media in een videoboodschap weten. De wereld van de ambtenaren verschilt echter fundamenteel van die van ontwerpers. Vandaar het programma PONT.

Graag was de staatssecretaris aanwezig geweest bij de lancering, zodat ze de mensen in de zaal persoonlijk kon bedanken. “De ambtenaren, bestuurders, onderzoekers die hun best doen om antwoorden op ingewikkelde vraagstukken te vinden. De ontwerpers die daarin een belangrijke rol spelen. Door hun manier van denken en doen, en de wijze waarop zij mensen dichter naar elkaar toe brengen. Geef ontwerpers een complexe vraag en ze omarmen de gelaagdheid. Vervolgens gaan ze vol enthousiasme aan de slag. Daarom is het zo belangrijk dat al deze partijen samenwerken, dat jullie kijken naar wat er nu al wordt gedaan en wat we nodig hebben. Om samen die blik naar de toekomst te richten.”

 

Weg voorwaarts ontdekken

De twee kanten van de brug vormden eerder die middag de tafels waaraan moderator Simone van Trier de sprekers ontving. Zo ook Paulen. Met hem stond Van Trier stil bij de vraag wat maakt dat, als je ontwerpers in de lead zet, de wereld er uiteindelijk stapje voor stapje beter zou kunnen worden. Van Trier: “Dutch Design Foundation staat bekend als zeer optimistisch, zo lees ik op de website.” 

Paulen: “Wij zijn gebouwd vanuit het fundament dat wij geloven dat creativiteit, anders denken, andere vragen stellen, andere coalities vormen en ontwerpkracht toevoegen nodig zijn om met elkaar een weg voorwaarts te ontdekken. Hierin zijn we optimistisch, maar niet naïef. We onderkennen daarbij de complexiteit van de vraagstukken.”

Paulen merkt al jaren dat veel partners – “ook hier aanwezig in de zaal” – waaronder publieke organisaties, in toenemende mate inzien dat de bekende manier van beleid maken en beleid invoeren niet altijd meer werkt, “in de context van de vraagstukken waar we voor staan”. “Het is een zoektocht naar hoe dat anders kan.”

 

Rationeel en reductionistisch versus grillig en dynamisch

Om het verschil tussen de publieke en de creatieve sector te duiden, ging moderator Van Trier vervolgens in gesprek met Kees Dorst, professor Transdisciplinary Innovation, University of Technology Sydney, en Arwin van Buuren, hoogleraar Bestuurskunde, Erasmus Universiteit Rotterdam. 

Volgens Van Buuren is de publieke sector, de bureaucratie, uitgevonden om een overheid te laten doen wat is afgesproken. “De politiek zegt dat iets moet gebeuren. Vervolgens is de ambtelijke organisatie bedoeld om datgene te realiseren.” De publieke sector benadert vraagstukken op een rationele en reductionistische manier, aldus Van Buuren. “Je weet aan de voorkant wat nodig is, dat doe je daadwerkelijk en achteraf geef je uitleg wat dat heeft opgeleverd. Het ontwerpproces daarentegen is grillig, is dynamisch, we weten de uitkomsten niet.”

Dorst formuleert het als volgt: “Eigenlijk probeert de publieke sector van tevoren alles te regelen voor het een innovatie toelaat die dan vervolgens maar heel klein kan zijn.” Die twee verschillende werelden zijn volgens Dorst een “open uitnodiging voor grote misverstanden”. “Tegelijkertijd proberen we allemaal een betere wereld te maken. Het wordt het dus zaak om met elkaar aan de gang te gaan.”

 

Vliegwiel voor verandering

Namens het ministerie van OCW verwoordde Youssef Louakili, directeur Media en Creatieve Industrie, de ambities die het ministerie heeft met PONT.  

Voor Louakili kan de ontwerpende aanpak net datgene toevoegen dat nodig is om het anders te doen. “Door onder meer dat perspectief van de burger, de persoon achter de balie, de leerling in de klas, de gebruiker van de media in te brengen in de manier waarop wij beleid maken.” Louakili wil zorgen dat er tussen overheid en ontwerpers een transactionele relatie ontstaat. “Waarin we van elkaar kunnen leren, dat is een unieke kans. Ik hoop ook op een vliegwiel dat de overheid blijvend verandert.”

Louakilii maakte de ambitie heel concreet: “Ik hoop op capacity building, volume, dus steeds meer mensen die dit gaan doen. In elk geval een ontwerpteam per ministerie.”

Publiek in de zaal bij de lancering van het programma

Pia en Oscar

Dat aan PONT het nodige voorwerk ten grondslag ligt, bleek uit die toelichting van Renske Bouwknegt, projectleider van de pilot Ontwerpende Aanpak. Samen met haar team verkende ze in de eerste helft van dit jaar hoe ze het programma vorm kunnen geven. In de vele ontwerp- en dialoogsessies spraken Bouwknegt en haar team met ruim zeshonderd ambtenaren, ontwerpers, bestuurders en managers. 

In de pilotfase kregen de ambtenaren de naam Pia. “Pia werkt met veel collega’s aan die grote opgaven en ziet de toegevoegde waarde van ontwerp. Maar wat kost het haar een moeite om voor haar collega’s de juiste woorden te vinden om hen de toegevoegde waarde van ontwerp uit te kunnen leggen.” 

Ontwerpers kregen de naam Oscar. “Oscar lijkt nogal te worstelen met de continuïteit van zijn aanpak. Een mooi project afleveren lukt best, kwaliteit is zijn visitekaartje, maar wat kan hij doen om ervoor te zorgen dat er ook een vervolg komt als hij klaar is met zijn werk? Hij vindt die dynamiek bij een ministerie soms maar ondoorgrondelijk. Tussen ons gezegd, soms ook wel een beetje vervelend. Oscar realiseert zich wel dat hij aan de bak moet. Dat als hij wil dat ontwerp echt uit die categorie ‘leuke dingen doen’ verdwijnt, hij ook moet veranderen. PONT is er voor de Pia’s en Oscars zoals we hier bij elkaar zitten.” 

 

Praktijk

PONT is een lerend programma dat bestaat uit vijf programma onderdelen, duidt Bouwknegt. ”Het hart van PONT wordt gevormd door de Praktijk, de plekken waar al ontwerpend wordt gewerkt. Daar waar ontwerp en de publieke sector elkaar al ontmoeten. Vanuit PONT schuiven we bij een aantal samenwerkingen in de praktijk een ervaren senior ontwerper aan. Een expert die op zekere afstand volgt hoe die ontwerpende aanpak het in de praktijk vergaat. Eigenlijk een impactcoach die helpt belemmeringen te herkennen en mogelijk weg te nemen.”

 

Werkplaats

Zijn er belemmeringen die vragen om meer aandacht, dan is er de Werkplaats. “Daar wordt geïnnoveerd en gewerkt aan oplossingen, interventies, werkvormen en maatregelen die nodig zijn om meer impact te kunnen maken. De Werkplaats wordt gevoed door de Praktijk en de Praktijk is op haar beurt een bruikbare testomgeving voor de Werkplaats.”

 

School

De geleerde lessen en ontwikkelde concepten komen ten goede aan anderen via de School. “Het is voor ons allemaal nuttig om onze kennis en vaardigheden bij te schaven. Bijvoorbeeld door bij te leren over hoe je effectief moet samenwerken in een complex stakeholdersveld. Of hoe je sensitiever kunt worden voor de bestuurlijke politieke context.” 

 

Tempel

In de Tempel is ruimte voor reflectie op het eigen en elkaars handelen. “We weten allemaal hoe weerbarstig al die praktijken kunnen zijn. Hoe het ongezegde, niet-rationele ook een enorm grote rol kan spelen. De tempel is de plek om dat te ontrafelen. Om verder te kunnen met impact maken.”

 

Plein

Op het Plein komt alles samen. “Via online en fysieke bijeenkomsten waar we elkaar kunnen bevragen en kennis kunnen delen.” Met de vijf programmaonderdelen bouwt PONT bruggen tussen de publieke en ontwerpende sector. Bouwknegt: “We leggen hiermee de fundamenten onder een duurzame en vruchtbare uitwisseling tussen twee zo verschillende werelden.” 

Dat de aanwezigen al de eerste stappen zetten in PONT, bleek na het officiële programma. In de foyer van het Evoluon werd de Praktijk in de vorm van een landkaart voorzien van tientallen vlaggen die de reeds in gang gezette Praktijken duiden. In De Werkplaats konden de aanwezigen aangeven welke innovatievragen wat hun betreft als eerste zouden moeten worden aangepakt. Ook werden nieuwe vragen ingebracht. Zoals bijvoorbeeld: ‘Hoe kunnen we als ontwerpers, makers en kunstenaars bouwen aan een gedeelde begrip van rollen en een gedeelde taal om ons vervolgens gezamenlijk te presenteren richting het publieke domein?’. In de School schreven ambtenaren en ontwerpers zich in voor een masterclass effectieve dialogen en boekenclubs van onder anderen social designer Tabo Goudswaard en universitair docent Jaap Daalhuizen. In de Tempel vormden zich de eerste intervisies groepen. 

 

Goede reis

Kees Dorst wenste de ambtenaren en ontwerpers met PONT een goede reis. Een reis naar “andere dynamieken”. Een reis die we vol moeten houden, aldus Arwin van Buuren: “Jullie zijn qua omvang een gideonsbeweging – 400 mensen. Houd vol, want er is iets moois aan de gang.”

 

Kijk terug

Je kan terugkijken naar de gehele presentatie van het programma door Renske Bouwknegt (Projectleider pilot) én de podiumgesprekken met Martijn Paulen (directeur Dutch Design Foundation), Youssef Louakili (directeur Media en Creatieve Industrie), Kees Dorst (professor Transdisciplinary Innovation) en Arwin van Buuren (hoogleraar Bestuurskunde) via deze link.

Alle foto’s van het event staan op Flickr. Je kan ze bekijken, downloaden en delen via deze link.

Tekst: Corine Spaans
Foto’s: about.today
Video: Florian Koch